Er bestaan vele soorten financiering voor ondernemingen. Waar het aan ontbreekt is een goed overzicht van welke soort financiering wanneer het meest optimaal en kansrijk is voor welk type onderneming. Dit gebrek aan overzicht heeft ermee te maken dat er veel type indelingen naar soort financiering zijn, met daartussen vanzelfsprekend de nodige overlap. Daarom zetten we in dit artikel eerst deze verschillende indelingen op een rij, om vervolgens binnen elke indeling de verschillende financieringsmogelijkheden en combinaties daartussen te bespreken. We onderscheiden de volgende indelingen van soorten financiering:
Indeling naar risicosoort
Indeling naar object of doel
Indeling naar ondernemingsfase
In het hiernavolgende zullen we elke indeling en de financieringsvormen daarbinnen nader toelichten.
Financiering naar risicosoort
Bij deze indeling gaat het om de mate waarin de financier risico loopt. Dit risico wordt daarbij zoveel mogelijk uitgedrukt in classificaties, zoals ratings, gradaties of klassen. Dergelijke classificaties komen tot stand door een veelheid aan variabelen daarin mee te nemen, doch de hoofdindeling blijft de indeling in risicomijdend vermogen versus risicodragend vermogen, met tal van hybride vormen er tussenin.
Risicomijdend vermogen
Risicomijdend vermogen is vreemd vermogen, financieringsgeld dat je in ieder geval moet terugbetalen, maar waarvoor je bovendien zgn. zekerheden moet verstrekken om er überhaupt over te kunnen beschikken. Vormen van risicomijdend vermogen zijn:
Leningen
Kredieten
Leasing
Alle soorten afbetalingsregelingen
Ontvangen vooruitbetalingen
Ontvangen waarborgsommen
De mate van hardheid van die zekerheid bepaalt voor de financier ook veelal de mate van risico, naast de inschatting van de capaciteit om de verstrekte financiering incl. de vergoedingen daarvoor te kunnen terugbetalen. Hoewel bepaalde zekerheden vooral bij bepaalde soorten financiering voorkomen, kun je die zekerheden ook voor andere soorten financiering inzetten.
De vergoeding die een financier vraagt voor de middelen die hij ter beschikking stelt hangt ook sterk samen met de inschatting van zijn risico. De looptijd en opzegbaarheid van de financiering zijn de andere componenten waarmee gevarieerd kan worden naar gelang het risico, het doel en de betalingscapaciteit van de aanvrager. Onderstaand een overzicht van mogelijke zekerheden:
Recht van hypotheek
Pandrecht op debiteuren/vorderingen
Pandrecht op voorraden
Eigendomsvoorbehoud
Terugkoopverklaring
Leveringsplicht (bij vooruitbetalingen klanten)
Pandrecht op aandelen en effecten
Pandrecht op Intellectueel eigendom
Achterstelling van andere schuldeisers
Persoonlijke borgstelling (niet gesecureerd)
Persoonlijke borgstelling (gesecureerd)
Bankgarantie
Waarborgsom
Staatsgarantie
Vermogensverklaring
Wil je meer weten over deze zekerheden en hoe deze slim in te zetten (of juist niet), lees dan dit artikel in onze kennisbank: Alles over zekerheden voor financieringen.
Risicodragend vermogen
Risicodragend vermogen is financieringsgeld dat je niet hoeft terug te betalen of alleen hoeft terug te betalen afhankelijk van bepaalde prestatieparameters. In principe staan er tegenover risicodragend vermogen geen zekerheden of slechts "zachte zekerheden", zoals meer "morele" zekerheden dan wel harde zekerheden die lager in rang zijn cq. achtergesteld zijn bij andere schuldeisers. Deze laatste vormen zijn geen puur risicodragend vermogen maar zgn. "hybride vermogen", vandaar dat we deze apart bespreken in de volgende paragraaf. Puur
risicodragend vermogen is eigen vermogen dat dus afhankelijk van de rechtsvorm bestaat uit:
Prive inbreng ondernemers (vof, eenmanszaak, CV)
Geplaatst aandelenkapitaal (BV, NV)
Agioreserve (BV, NV)
Winstreserve (geldt voor alle vormen, alleen andere naam)
Natuurlijk kun je risicodragend financieren met de gereserveerde winsten in je onderneming of door zelf nieuw eigen geld in te brengen, maar als het gaat om het aantrekken van nieuwe externe financieringsmiddelen in risicodragend sfeer zoek je eigenlijk, het woord zegt het al, risicopartners, of te wel partijen die met jouw het ondernemersrisico willen lopen. Dat kunnen partners zijn die ook met je aan het roer staan (dus de echte zakenpartner zeg maar) of partners die niet met je aan het roer staan maar wel kapitaal verstrekken en zeggenschap hebben over belangrijke zaken, gekoppeld aan dat kapitaal. Deze vallen onder de verzamelnaam investeerders en kunnen zowel zgn. informal investors, investeringsnetwerken en -platforms als investeringsmaatschappijen zijn, met alle vormen en varianten daar tussen in. Elke investeerder heeft zo zijn of haar eigen criteria, voorkeuren, do's and don'ts, dus het is vooral zaak je vooraf bijzonder goed te verdiepen daarin en per geval maatwerk toe te passen in je benadering. Maar als we toch een soort gemene deler zouden moeten opschrijven, dan zijn dat de volgende kernpunten die voor elke investeerder gelden:
Verhouding te investeren bedrag versus stukje eigendom (waardering).
Invloed van de investeerder op belangrijke beslissingen.
Commitment, power en betrouwbaarheid van het management.
Business model, terugkerende omzet en cashflow.
Hardheid van de waardepropositie voor de doelgroep.
Transparantie en eenvoud van (juridische en eigendoms)structuur
Wil je meer weten over hoe je met dit soort zaken concreet kunt omgaan bij het aantrekken van investeerders en het financieren met risicodragend kapitaal, bekijk dan bijvoorbeeld het artikel "Tips voor je financieringspitch" in onze Kennisbank Financiering.
Hybride vermogen
Hybride vermogen is strikt genomen vreemd vermogen, maar waarbij de voorwaarden zodanig zijn dat dit feitelijk risicodragend vermogen is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vormen waarbij de voorwaarden van aflossing feitelijk risicodragend zijn voor de verstrekker ervan:
Achtergestelde leningen: leningen die zijn achtergesteld bij andere schuldeisers.
Leningen aan rechtspersonen (zoals BV) zonder enige zekerheid.
Aflossingsvrije leningen zonder directe opeisbaarheid.
Leningen waarvan de zekerheid an sich een exploitatierisico met zich meebrengt voor de verstrekker wanneer deze de zekerheid uitoefent, zoals bij pandrecht op Intellectueel Eigendom, op aandelen, op huurrechten, op licentierechten of op andere exploitatierechten.
Aflossingen afgestemd op bijv. de operationele cashflow of andere prestatie parameter.
Converteerbare leningen: leningen die kunnen worden omgezet in aandelen, waarbij het recht op conversie anders dan normaal het geval is, ligt bij de onderneming en niet bij de verstrekker.
Mezzanine financiering: leningen zonder zekerheid gekoppeld aan zgn. "warrants" die de verstrekker recht geven op een vooraf overeengekomen aandelen-% tegen bepaalde prijs.
Het risicodragende karakter van hybride vermogen kan ook betrekking hebben op de te betalen vergoeding voor de financiering:
In plaats van rente een omzetgerelateerde vergoeding (royalty of revenue loan). Dit is overigens een mogelijkheid voor ondernemers die alleen Halal willen financieren en dus geen rente mogen betalen vanuit geloofsovertuiging.
Rente pas te hoeven betalen aan het einde van de looptijd, in één keer samen met de aflossing (bullet).
In ruil voor een extra lage rente of voor borgstelling ten gunste van een andere financiering een afname-overeenkomst sluiten met de betreffende partij (alleen bij leveranciers van toepassing).
Hybride vermogen speelt een belangrijke rol in financieringsplannen waarin er een tekort aan harde zekerheden is, maar ook vanwege de hefboomwerking ervan op het rondkrijgen van co-financiering met een risicomijdend karakter.
Financiering naar object of doel
Bij deze indeling gaat het om de vraag wat er gefinancierd moet worden cq. waar het geld precies naar toe gaat. Wat is het object van financiering? Hierbij kan object zowel materieel, financieel, immaterieel als vlottend zijn, maar het staat in ieder geval op de linkerkant van je balans:
Materiële vaste activa
Hierbij gaat om de financiering van bedrijfsmiddelen, gericht op de investering in een bepaald bedrijfsmiddel dan wel als onderdeel van een groter financieringsplan:
Gebouwen (incl. verbouwing)
Productiemiddelen (machines, apparatuur en gereedschap)
Vervoermiddelen (zakelijk)
Inventaris
Juist dergelijke materiële vaste activa lenen zich goed voor financiering met vreemd vermogen in de vorm van leningen, leasing of leverancierskrediet, omdat het object zelf als zekerheid is in te zetten door middel van een recht van hypotheek, een pandrecht, een eigendomsvoorbehoud of een terugkoopverklaring van de leverancier. Belangrijk hierbij is altijd de verhouding tussen de hoogte van de schuld en de marktwaarde van het betreffende activum, of te wel het Loan To Value percentage. Hoewel die term voornamelijk bij onroerend goed financiering wordt gebezigd is het principe hetzelfde bij de financiering van andere activa. Je doet er zelf goed aan om je economische afschrijving ook minimaal parallel te laten lopen aan de aflossingstermijnen van de betreffende financiering.
Vaak krijg je de beste voorwaarden en maak je de meeste kans bij in dat bedrijfsmiddel gespecialiseerde financiers. Immers, zij weten veel van dat type bedrijfsmiddel, kunnen deze dus ook beter op marktwaarde schatten en hoeven daardoor minder onzekerheid in te prijzen. Verder spelen natuurlijk de aflossingscapaciteit van de aanvrager een belangrijke rol, naast het Loan To Value percentage, alsmede de looptijd en het verplicht goed verzekeren van het bedrijfsmiddel.
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa bestaan uit:
Deelnemingen in andere bedrijven
Verstrekte langlopende leningen
Effecten die langer dan een jaar vast staan.
Aangezien dit juist activa zijn die zijn ontstaan doordat je zelf als onderneming financieringen in een of andere vorm hebt verstrekt aan derden, is het niet heel logisch om die zelf dan weer met geleend geld te financieren, uitzonderingen daar gelaten. Veelal worden deze dus met eigen vermogen gefinancierd. In geval van deelnemingen zal afhankelijk van de waarderingspolitiek en wat er voor betaald is in relatie tot de intrinsieke waarde, een deel van de opgeofferde waarde onder immateriële activa staan (goodwill).
Immateriële vaste activa
Vanuit financieringstechnisch oogpunt bestaan immateriële vaste activa uit:
Betaalde of ingebrachte goodwill
Geactiveerde onderzoeks - & ontwikkelingskosten
Intellectueel eigendom
Huurdersbelang (verbouwing in gehuurd pand)
Deze activa zijn sec heel lastig te financieren met vreemd vermogen. Als onderdeel van een groter geheel waarin bijvoorbeeld zekerheden van andere activa (zoals een ruimere hypothecaire inschrijving of een borgstelling van de verkopende partij in geval van overname financiering) kunnen worden aangewend om dekking te geven aan een lening voor onderzoek en ontwikkeling of goodwill, zou dit wel kunnen. Ditzelfde geldt wanneer het Intellectueel Eigendom sterk is (bijv. patent, octrooi, modelbescherming, broncode, andere vastlegging en registraties), in zo'n geval zou een pandrecht op het Intellectueel Eigendom als zekerheid kunnen dienen.
Dit hangt echter af van het type financier, of deze iets "kan" met zo'n pandrecht in het geval waarin het mis gaat. Je bent bij het financieren van immateriële activa dus veelal aangewezen op risicodragend of hybride vermogen als financieringsmiddel en de daarbij behorende partijen. Wil je het zoveel mogelijk met regulier vreemd vermogen financieren, dan zijn er kansen wanneer dit onderdeel vormt van een groter financieringsplan met andere zekerheden, eventueel aangevuld met Staatsgarantie voor het zgn. dekkingstekort. Wil je meer weten over Staatsgarantie, bekijk dan het artikel "Financieren met Staatsgarantie" in onze Kennisbank Financiering.
Financiering naar bedrijfsfase
Bij deze indeling gaat het om de vraag in welke fase de onderneming verkeert die de financiering aanvraagt. Uiteraard is er een samenhang en overlap met de indeling naar risicokarakter en naar object/doel, maar het is toch belangrijk deze indeling separaat te belichten omdat er partijen in de markt zijn die specifieke doelgroepen qua ondernemingsfase uitsluiten of er zich juist op richten. We onderscheiden de volgende ondernemingsfasen in financieringsland:
Ideefase pre-seed capital
In deze fase is er nog geen product doch alleen maar een idee of concept. In het beste geval iets wat voor een prototype moet doorgaan maar het niet is. Voor het idee is geld nodig om het te kunnen ontwikkelen tot een heus proto type of "proof of concept" anderszins. Of er is geld nodig om een haalbaarheidsstudie te verrichten, bijvoorbeeld de technische haalbaarheid, de patenteerbaarheid of de markttechnische haalbaarheid. De financiering in deze fase komt meestal van:
De ondernemers zelf (eigen tijd, eigen geld, zgn. bootstrappen van de onderneming).
Friends, Fools & Family
Bepaalde subsidieregelingen, zoals Vroege Fase Financiering.
Informal investors (vaak niet meer dan € 50.000 - € 100.000 in deze fase).
Incubators en accelerators, zoals Kickstart, Faster Capital en de vele Campussen verbonden aan Universiteiten.
Pre-seed fondsen zoals Microventures.
Pre-seed fondsen verbonden aan Universiteiten of van/voor studenten, zoals Round One Ventures.
Specifieke pre-seed "potjes" van Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en lagere overheden.
Specifieke crowdfund platforms voor pre-seed zoals Kickstarter, Indiegogo en Crowdaboutnow.
Beoogd resultaat van deze fase is het komen tot een zodanig prototype plus zodanige test en bewijs van de kwaliteiten van het ondernemersteam, dat daarmee een volgende financieringsstap binnen handbereik komt. De waardering voor instappende investeerders in deze fase ligt laag, hooguit één tot enkele tonnen tot in een uitzonderlijk geval van een werkelijk subliem idee maximaal één miljoen.
Startfase seed capital
In de startfase, ook wel seed fase genoemd, werkt de onderneming toe naar een zgn. Minimal Viable Product (MVP) dat tevens aan de eerste klanten kan worden aangeboden, om vooral ook feedback te verzamelen voor productverbeteringen om het zo klaar te stomen voor grotere schaal. In feite wordt het product echt klaar gestoomd voor de markt en marketing en sales op grote schaal, terwijl uit deze fase moet zijn gebleken dat klanten willen betalen voor de voordelen van het product of de dienst. In deze startfase zijn de volgende financieringsmogelijkheden de meest geijkte:
MKB Borgstellingskredieten via voor die regeling geaccrediteerde banken of crowdfundingplatforms, waarbinnen het zgn. Innovatief Borgstellingskrediet extra ruimte biedt in de aflossingensfeer.
Crowdfunding platforms zoals Collin Crowdfund en Geldvoorelkaar.
Informal investors of netwerken van informal investors, zoals TIIN en de Investeerdersclub.
Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (de zgn. ROM's)., zoals LIOF en BOM.
Venture capital fondsen die zijn opgezet m.b.v. de Seed Capital regeling.
Overige venture capital fondsen die expliciet in hun beleid seed capital hebben opgenomen.
Strategische participatie van bijv. leveranciers of launching customers. Wees hier wel heel voorzichtig mee, daar dit van grote invloed kan zijn op je strategie en ondernemingswaarde.
Qua omvang gaat het hier meestal om bedragen tussen de € 150.000 en de € 500.000, met uitschieters naar één tot enkele miljoenen. De bedrijfswaardering voor instappende participanten ligt hier in de regel tussen € 800.000 en € 2.000.000, waarvoor de oprichters gemiddeld genomen zo'n 20% belang moeten weggeven. Maar ook geldt dat er in de praktijk allerlei uitschieters naar boven en naar beneden zijn.
Inmiddels weten financiers dat in deze startfase vrijwel nooit genoeg financiering wordt opgehaald om verder te kunnen. De bedoeling van deze fase is dan ook om genoeg financiering op te halen om het product marktrijp te maken en echt te bewijzen dat er markt voor is. Combineren we dit met bovenstaande range in financieringsomvang, dan weet je ook meteen dat je een giga financieringsuitdaging hebt als die fase van "bewijsgeneratie" miljoen(en) zou vergen aan financieringsbehoefte.
Dat bewijs moet geleverd worden door zgn. "tractie" te laten zien, of te welk sterk toenemende betalende klanten en een enthousiaste klantencommunity van early adoptors. Ook moet in die fase de verhouding bekend worden tussen de zgn. kosten per klantacquisitie en wat die klant oplevert voor het bedrijf: de verhouding tussen de Customer Acquisition Costs en de Customer Lifetime Value. Daaruit blijkt nl. de schaalbaarheid en welke van de in de seed fase geteste "routes to market" winstgevend zijn in bovenstaande verhouding en daardoor het beste schaalbaar.
Vroege groei growth capital
In deze fase staat de opschaling van de in de vorige fase bewezen "route(s) to market" centraal. Zo'n route to market bestaat uit die combinatie(s) van product, waardepropositie, doelgroep, positionering kanaalstrategie, verdien- en organisatie model, waarvan we uit de seed fase weten dat de Customer Lifetime Value de Customer Acquisition Costs in voldoende mate overtreft. Als dit nl. het geval is, is het alleen nog zaak van opschalen in termen van marketing, operatie en organisatie, waaruit dan de bijbehorende financieringsbehoefte voortvloeit. Dat is de typische vroege groeifase financiering die in venture capital land ook wel de zgn. Series-A wordt genoemd. Omdat er in deze fase de nodige KPI-data bekend zijn waarmee opschaling in redelijk betrouwbare mate kan worden doorgerekend naar cashflow projecties en daarop gebaseerde ondernemingswaardering, bevinden de bedrijfswaarderingen voor instappende investeerders in deze Series A rondes zich in een range van 2 tot 10 miljoen euro, uitschieters naar boven en beneden daar gelaten, terwijl de financieringsomvang gemiddeld 1.75 miljoen euro bedraagt binnen een range van 1 tot 10 miljoen euro.
Als we kijken naar het soort financiering dat hierbij past, dan komen we eigenlijk uit bij:
Hetzelfde rijtje als in de seed-fase, met dat verschil dat er nu meer aanbiedende fondsen zijn om uit te kiezen en je simpelweg ook meer kans maakt op financiering tegen een voor jou acceptabele waardering, te meer ook omdat de kans op een exit voor investeerders een stuk hoger is dan in de seed fase, nl. 18% versus 5% in de seed fase, aldus Emerce.
Anderzijds kunnen in deze fase ook allerlei werkkapitaal financieringsoplossingen ingezet worden, teneinde bijv. verwatering in aandelen te beperken. Werkkapitaal financiering is bij uitstek geschikt voor snel groeiende omzet en daarmee snel groeiende debiteuren en evt. voorraden. Deze vorm is sneller aan te vragen en heeft veel concurrerende aanbieders, zoals Togahter, Floryn en Svea.
Tot slot komen de zgn. Direct Lenders om de hoek kijken, waarvan October en Neos voorbeelden zijn. Nieuwe, minder bekend, maar daarom zeker niet minder interessant. Ze kunnen vaak sneller schakelen.
Groeifase scale-up capital
In deze fase staan de meeste financiers en investeerders in de rij. Belangrijkste reden is dat het management en het product zich producttechnisch, markttechnisch en als sterke cashflow generator hebben bewezen, maar daarenboven nog een hele grote groeipotentie hebben. Voor deze fase zal ook gelden dat het management team en/of staf inmiddels zijn uitgebreid met stevige deskundigheid en ervaring in financieel management en financieringsvraagstukken, naast het feit dat ze omringd worden door zakenbankiers en corporate finance adviesbureaus die maar wat graag een grote scale-up financiering voor hen begeleiden.
In investeringsland worden dit ook de Series B rondes genoemd, die zich begeven in een range van € 10 mln tot € 30 mln, uitschieters (vooral naar boven) daar gelaten. Als we kijken naar het soort financiering dat hierbij past, dan komen we eigenlijk uit bij:
Hetzelfde rijtje als in de early growht-fase, met dat verschil dat er nu meer aanbiedende fondsen zijn om uit te kiezen en je simpelweg ook meer kans maakt op financiering en een voor jou acceptabele waardering, te meer ook omdat de kans op een exit significant hoger is dan in de seed fase, nl. 40% versus 18% in de early growth fase, aldus Emerce.
Hoewel deze meer voor de volgende fase geschikt zijn kunnen in aanvulling op dit rijtje ook de eerste private equity partijen om de hoek komen kijken, zoals Inkef capital, Waterland, Capital A, Antea, CVC Capital Partners, Egeria, Gilde Investment Management, HAL Investments en NPM Capital. Indien dit het geval is, zal dit grote invloed hebben op zeggenschap, management en koers van de onderneming. Vaak hebben PE bedrijven een sturend belang en zijn ze gericht op het in korte tijd sterk doen vermeerderen van de waarde (alles staat in dienst van de waarde), zodat de onderneming binnen een jaar of 5 met zo hoog mogelijke winst kan worden doorverkocht. Cultuur, sturing en organisatie zullen doorgaans stevig veranderen. Een aardig artikel over het verschil tussen private equity en venture capital vind je hier.
Datzelfde geldt voor een beursgang als optie, bijvoorbeeld via een "baby beurs" als NPEX. Je hebt dan wel een behoorlijk marketing apparaat nodig om je aandelen "aan de man te brengen" via de beurs, NPEX zelf doet dit niet. Dit is vaak een verkeerde verwachting. Voordeel is wel dat er geen zekerheden nodig zijn en je er publicitaire voordelen van hebt. Nadeel is dat je toch in een formele (publieke) omgeving terecht komt met allerlei regels rondom rapportage, publicatie en hoe je wel en niet mag communiceren.
Volwassen corporate finance
Als een onderneming is aanbeland in de volwassenheidsfase, is in principe de autonome groei acceleratie eruit en is het bedrijf redelijk voorspelbaar geworden met minder "double digit" groeicijfers. Voor het zover is zullen in de voorgaande groeifase nog wel meer rondes zijn geweest, er zijn scale-ups die spreken over Series C, D en zelfs verder, dan wel wordt er gewerkt met zgn. Bridge Rounds. Maar feitelijk zijn die meer van hetzelfde wat beschreven is hierboven rondom Series B, behalve dan dat die vooral "intern" zullen plaatsvinden met alleen de bestaande financiers.
In deze fase komt financieringsbehoefte vaak voort uit plannen om andere bedrijven over te nemen, nieuwe geografische markten te betreden, nieuwbouw, diversificatie of buy outs. Omdat het bedrijf in de voorgaande rondes natuurlijk allerlei relaties en verplichtingen is aangegaan met de financiers uit die rondes, is het veelal hetzelfde "consortium" van verschillende soorten financiers (zie 3.4) dat het bedrijf graag ook met deze plannen van dienst is. Als in de vorige fase nog geen private equity van de partij is geweest, zal de kans groot zijn dat dit in deze fase wel gebeurt. Private equity bestaat uit fondsen waarvan het geld dikwijls afkomstig is van institutionele beleggers zoals pensioenfondsen, alsmede uit deelnames vanuit andere fondsen. Dit betekent dat deze volwassen meer voorspelbare bedrijven beter aansluiten bij het risicoprofiel van dergelijke achterliggende beleggers.
Conclusie
Met het bovenstaande hebben we overzicht willen scheppen in de verschillende soorten financieringen. In de praktijk gaat het natuurlijk erom welk soort financiering in welke situatie op welke manier het beste kan worden aangevraagd met de meeste kans op succes. Dat vereist vakkennis en vooral veel ervaring. Aarzel dan ook niet om via onderstaand formuliertje je vragen te stellen aan of contact te zoeken met de financieringsspecialisten van Ondernemersadviseurs. Zij hebben ruime ervaring aan alle kanten van de financieringstafel: als ondernemer/aanvrager, als verstrekker/investeerder, als financier en als adviseur. Daarnaast beschikken we over ervaren adviseurs op elk terrein van de bedrijfsvoering en kunnen daarom naast de financiële ook heel goed de verbanden met de administratieve, strategische, organisatorische, marketingtechnische, juridische en fiscale aspecten leggen die bij financieringsvraagstukken komen kijken, en daarvoor de juiste andere specialisten van Ondernemersadviseurs betrekken.
Vragen of contact
Heb je hulp nodig bij of vragen over de soorten financiering of aanverwante onderwerpen? Wij zien onderstaand formuliertje dan graag van je tegemoet, één van onze experts zal dan zo snel mogelijk reageren! Je kunt ook direct een online consult inplannen.
Comments