Maak je reclame voor je bedrijf of wil je dit gaan doen? Let dan op want mij het maken van reclame is het belangrijk om rekening te houden met specifieke richtlijnen om problemen te voorkomen. Volgens de Nederlandse Code voor Reclame (NRC) zijn er algemene regels die je moet volgen. Zo is het verboden om misleidende of agressieve reclame te maken. Ook zijn er beperkingen bij vergelijkende reclame en is het maken van ongevraagde reclame niet toegestaan. Naast deze algemene regels, bestaan er ook strengere regels voor bepaalde soorten producten of diensten. Ook de Nederlandse wet regelt het een en ander omtrent misleidende en vergelijkende reclame. Het gevolg kan zijn dat er een klacht tegen je wordt ingediend, of erger nog, een juridische procedure.
Wat is reclame?
Reclame wordt gedefinieerd als elke openbare mededeling die gericht is op het bevorderen van de afzet van goederen, diensten of denkbeelden. Een essentieel kenmerk van reclame is de openbaarheid, wat inhoudt dat het voor het publiek toegankelijk en kenbaar is. In tegenstelling tot reclame, worden mededelingen die enkel feitelijke gegevens bevatten en niet gericht zijn op het bevorderen van de afzet, zoals openingstijden, in het reclamerecht niet als reclame beschouwd.
De Nederlandse wetgeving op het gebied van reclame en consumentenbescherming is gebaseerd op verschillende wetten en codes, die zowel op nationaal als internationaal niveau van toepassing zijn. Deze regelgeving is ontworpen om consumenten te beschermen tegen misleidende praktijken en om eerlijkheid in de reclame te waarborgen.
Burgerlijk wetboek
Het Burgerlijk Wetboek (BW) definieert wat onder misleidende en vergelijkende reclame wordt verstaan en onder welke voorwaarden deze toelaatbaar is. Het beschermt consumenten tegen misleidende reclames, verkooptrucs, en agressieve verkoopmethoden. De handhaving van deze regels is de verantwoordelijkheid van de Consumentenautoriteit, een afdeling van het ministerie van Economische Zaken. De Consumentenautoriteit grijpt in bij overtredingen, zowel nationaal als internationaal. Voor de financiële sector is de Autoriteit Financiële Markten (AFM) het handhavende orgaan.
Misleidende Reclame (Art. 6:193c BW): De wet onderscheidt twee hoofdvormen van misleidende reclame:
Misleidende Handelingen : Deze vorm betreft het verstrekken van onjuiste informatie of mededelingen die op onwaarheden berusten, welke de consument kunnen leiden tot een beslissing die hij anders niet had genomen.
Misleidende Omissies: Hierbij gaat het om het weglaten van essentiële informatie, die noodzakelijk is voor de consument om een weloverwogen beslissing te nemen.
Beoordeling van Misleiding: Bij het beoordelen van reclame op misleiding worden diverse factoren in overweging genomen:
De totale inhoud van de reclame-uiting.
Hoe een fictieve doorsneeconsument de reclame zou kunnen percipiëren.
Het communicatiemedium dat wordt gebruikt en het niveau van aandacht dat het oproept.
Gangbaar spraakgebruik, ervaringsregels en gebruikelijke praktijken in de branche.
Veelvoorkomende vormen van misleiding, zoals onware, onvolledige of suggestieve mededelingen.
Vergelijkende Reclame (Art. 6:194a BW): Vergelijkende reclame, waarbij expliciet of impliciet wordt verwezen naar concurrenten of hun producten, moet aan acht voorwaarden voldoen om geoorloofd te zijn:
Het mag niet misleidend zijn.
De reclame moet vergelijkbare producten betreffen.
Er moet een objectieve vergelijking zijn van wezenlijke kenmerken.
Er mag geen verwarring ontstaan met de concurrent.
De reclame mag niet kleinerend zijn voor de concurrent.
Het mag geen oneerlijk voordeel opleveren door bekendheid van een merk.
Het mag geen oorsprongproducten vergelijken met andere producten.
Het gebruik van imitatieproducten is niet toegestaan.
Mediawet en mediabesluit
De Mediawet stelt eisen aan de inhoud van mediaprogramma’s (denk ook aan social media) en verbiedt bijvoorbeeld sluikreclame. Gesponsorde programmaonderdelen moeten duidelijk worden vermeld en mogen geen nieuws, actualiteiten, of politieke informatie bevatten. Het Commissariaat voor de Media ziet toe op de naleving van de Mediawet en het daaruit voortvloeiende Mediabesluit, met als doel de kwaliteit, onafhankelijkheid en diversiteit van informatievoorziening te beschermen.
Nederlandse Reclame Code
Naast de wettelijke regels bestaat er een systeem van zelfregulering binnen de reclamewereld, vastgelegd in de Nederlandse Reclame Code. Deze code, opgesteld door adverteerders, reclamebureaus en media, bevat een Algemeen Gedeelte en een Bijzonder Gedeelte. Het Algemeen Gedeelte stelt dat reclame niet mag misleiden, niet in strijd met de waarheid mag zijn, en niet nodeloos mag kwetsen. Het Bijzondere Gedeelte bevat specifieke regels voor bepaalde producten (zoals alcohol) en diensten, bekend als Bijzondere Reclame Codes. Bij overtreding kan de Autoriteit Consument een boete opleggen.
Gevolgen van overtreding
Indien een persoon of entiteit schade ondervindt door dergelijke reclame, hebben zij de mogelijkheid om juridische stappen te ondernemen. Deze stappen kunnen het vorderen van een verbod op de reclame omvatten, of het eisen van een rectificatie. De meest gebruikelijke aanpak in deze gevallen is een actie in kort geding, een vorm van juridische procedure die sneller verloopt dan gewone rechtszaken en bedoeld is voor zaken waarbij spoed vereist is.
Hoewel het vorderen van een verbod of rectificatie vaak haalbaar is in kort geding, kan het claimen van schadevergoeding complexer zijn. De toewijsbaarheid van schadevergoeding in een kort geding is over het algemeen minder eenvoudig, vanwege de snelle en voorlopige aard van deze procedure.
Deze wettelijke bepalingen zorgen ervoor dat individuen en bedrijven bescherming genieten tegen de negatieve gevolgen van misleidende of oneerlijk vergelijkende reclame, en bieden een juridisch weg om herstel of compensatie te zoeken.
Voorbeeld uit de praktijk (ECLI:NL:RBROT:2022:59)
Een bekend voorbeeld is het kort geding tussen Unilever en Procter & Gamble (P&G) oordeelde de rechtbank dat P&G onrechtmatig handelde door in een Ariel-reclame te suggereren dat Ariel All-in-1 Pods significant effectiever waren dan Robijn Stralend Wit. Unilever betoogde dat de reclame misleidend was omdat Ariel slechts ongeveer 15% effectiever is en duurder. De rechter bevestigde dat de reclame misleidend was en verbood P&G de commercial verder uit te zenden. Een breder verbod op toekomstige commercials van P&G, gevraagd door Unilever, werd echter afgewezen.
Conclusie
De Nederlandse regelgeving op het gebied van reclame is ontworpen om consumenten te beschermen tegen misleidende en agressieve reclamepraktijken. Belangrijke aspecten van deze regelgeving omvatten het Burgerlijk Wetboek, dat misleidende handelingen en omissies definieert, en de Nederlandse Reclame Code, die zorgt voor zelfregulering binnen de reclame-industrie. Overdrijving in reclame is onder bepaalde voorwaarden toegestaan, terwijl vergelijkende reclame aan strenge eisen moet voldoen om geoorloofd te zijn.
De gevolgen van het niet naleven van deze regels kunnen negatief uitpakken, van het krijgen tot een boete en in het uiterste geval een kort geding zoals die tussen Unilever en Procter & Gamble.
Vragen of contact
Heb je een vraag over dit artikel, wil je er zeker van zijn dat jouw bedrijf zich houdt aan de reclameregels of heb je andere juridische vragen? Laat dit dan weten door middel van onderstaande knop. Één van onze juridisch adviseurs neemt dan snel contact met je op. Je kunt ook direct een online consult inplannen.
Commentaires